“Vastelaovesmonement”

Brons & hardsteen

In de Voor-Christelijke Germaanse vruchtbaarheidsrites hadden cultische mannenbonden een belangrijke taak bij de voorouderverering. Na de strenge koude winters, waarin vele mensen door honger en kou overleden, trokken de jonge mannenbonden in het voorjaar de akkers op.

Zij kleedden zich in lompen en maakten hun gezichten zwart, zodat ze onherkenbaar werden.

Zo wilden zij suggereren dat zij de belichaming van de overledenen waren.

Om hun vermomming te completeren droegen ze maskers. Zij trokken in een stoet het land op, begeleid door muzikanten, die op toeters en bellen speelden. Men sloeg met stokken op de grond, om de zaden van de zomervruchten tot ontkieming aan te sporen. Hierdoor is de verering van een mystieke dodencultus gekoppeld aan een vruchtbaarheidsrite, een lentefeest. De voorstelling van de plastiek verwijst naar deze herinnering; een verbeelding van deze mannen en de doden.

Omdat het om de verbeelding van mensen uit het verleden gaat, is de silhouetcontour van de figuren overgenomen van bestaande veenlijken, welke te zien zijn in het Drentse Museum te Assen. De manden met maïs en brood verwijzen naar de omkiemde zaden. De bronzen sculptuur staat op een hardstenen basement. Hardsteen is versteend organisch materiaal; de versteende laag van menselijke geschiedenis. Op dit basement kunnen dansende carnavalisten, regen wil en dank, hun f}rsieke vergankelijkheid vieren. Aanvankelijk zou het beeld op het Sittardse Marktplein geplaatst worden.

Op verzoek van Desiree Tonnaer is het beeld echter op een besloten plein, tussen Helstraat en Paradijsstraat, in het winkelcentrum geplaatst. Het vervreemdend beeld transformeert de omgeving tot een magisch realistische site. Het doemt op voor een winkelend publiek, vormt onderdeel van de ‘platte voorstellings-fantasie’ van affiches en algehele reclamecultuur, welke beeldbepalend is voor een hedendaagse binnenstad.

(Tekst gepubliceerd bij de onthulling van het monument.)

Gemeente Sittard